Meer dan 30 jaar na het eind van zijn dienstverband is bij een werknemer asbestose geconstateerd. Na zijn dood stellen zijn erfgenamen de werkgeefster aansprakelijk voor de schade. Haar beroep op verjaring wordt door de Kantonrechter en de Rechtbank gehonoreerd. De erfgenamen stellen voor de Hoge Raad dat het beroep op verjaring in strijd is met de redelijkheid en de billijkheid. De Hoge Raad is het daar mee eens. Zij oordeelt op 20 oktober 2000 dat in uitzonderingsgevallen de verjaringstermijn van 30 jaar opzij gezet kan worden. De zaak wordt terugverwezen naar het Gerechtshof.
Verjaring asbestzaak: onredelijk en onbillijk?
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.