De werknemer in kwestie is op staande voet ontslagen, hij heeft de nietigheid van het ontslag ingeroepen. In de daarop volgende ontbindingsprocedure is de voorwaardelijke ontbinding uitgesproken onder toekenning van een vergoeding van € 82.150,-. De werknemer is vervolgens een bodemprocedure gestart. De vraag in deze zaak was, of de werknemer mag overgaan tot executie van de beschikking van de kantonrechter voordat er een beslissing in de bodemprocedure is gegeven. Volgens de rechter kan de werknemer de beschikking van de kantonrechter in de ontbindingszaak pas ten uitvoer leggen indien de opeisbaarheid van de vergoeding vaststaat op grond van een voor
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.