Een gehuwde pensioengerechtigde die voor 1 januari 2015 recht heeft op ouderdomspensioen en van wie de echtgenoot jonger is dan 65 jaar heeft op grond van artikel 8, eerste lid, van de Algemene ouderdomswet recht op een toeslag, tenzij het inkomen van de partner uit of in verband met arbeid in het bedrijfs- en beroepsleven meer bedraagt dan de volledige bruto-toeslag. In een uitspraak van 27 december 2001 bepaalt de President van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) dat deze arbeid in het bedrijf- en beroepsleven niet daadwerkelijk hoeft te zijn verricht door de echtgenoot van de pensioengerechtigde.