Een werknemer is ruim vier jaar in dienst als rij-instructeur bij een verkeersschool. Op 24 december 2010 wordt hij op staande voet ontslagen, omdat hij buiten medeweten van zijn werkgever een rit heeft geannuleerd wegens slechte weersomstandigheden.De werknemer vordert doorbetaling van loon, wegens het ontbreken van een dringende ontslagreden. In eerste aanleg wijst de kantonrechter deze vordering toe. In hoger beroep wordt het vonnis van de kantonrechter grotendeels bekrachtigd; ook het hof is van mening dat de gegeven ontslagreden niet kwalificeert als een dringende reden. Bovendien overweegt het hof dat de uitzondering van art. 2 lid 2 onder b BBA
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.