Een werknemer, sinds 2001 in dienst bij een werkgever verduistert voor een zeer gering bedrag benzine. Hij wordt op staande voet ontslagen. De werkgever verzoekt voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst aan de kantonrechter te Enschede. De kantonrechter wijst dit verzoek op 13 februari 2006 toe. De werknemer start vervolgens zelf en procedure waarin hij stelt dat het ontslag op staande voet nietig is. De werkgever is echter haar vertrouwen in de werknemer kwijt door het leugenachtige handelen van de werknemer. Hij vordert de gefixeerde schadevergoeding. De kantonrechter te Enschede wijst op 3 april de vordering van de werkgever toe.
Ontslag
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.