Werkgever en werknemer verschillen van mening of de werknemer na het einde van de arbeidsovereenkomst per 1 augustus 2016 recht heeft op vergoeding op basis van de door werkgever op 21 juli 2016 met de ondernemingsraad gesloten overeenkomst, op de wettelijke transitievergoeding of op geen van beide. De werkgever beroept zich op fictieve opzegging door de werknemer. De kantonrechter kent de werknemer een transitievergoeding toe. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en oordeelt dat de transitievergoeding ook verschuldigd is als de werknemer bij een andere werkgever in dienst kan treden.