Partijen komen een oproepovereenkomst overeen voor de bepaalde duur van twaalf maanden. De werkgever is op grond daarvan niet verplicht de werkneemster op te roepen en de werkneemster is niet verplicht aan een oproep gehoor te geven. Verder is overeengekomen dat bij ziekte geen loon wordt doorbetaald. De kantonrechter kwalificeert de overeenkomst als een voorovereenkomst en niet als een arbeidsovereenkomst met uitgestelde prestatieplicht. Dat brengt met zich mee, dat door iedere oproep waaraan de werkneemster gehoor geeft een arbeidsovereenkomst ontstaat. Daardoor is in de vierde week - dus na de vierde oproep - een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaan.