Bij de beoordeling van een aanvraag om werkloosheidsuitkering beoordeelt het UWV onder andere of de werkloos geworden werknemer en zo ja vanaf wanneer hij sollicitatieactiviteiten is gaan verrichten. Bij dit laatste wordt als beleid gehanteerd dat van een werkloze werknemer verwacht mag worden dat hij sollicitatieactiviteiten ontwikkelt vanaf het moment dat het hem redelijkerwijs duidelijk kan zijn dat de dienstbetrekking zal eindigen. De Centrale Raad van Beroep heeft in een uitspraak van 12 april 2006 geoordeeld dat dit beleid niet in strijd is met een juiste uitleg van de Werkloosheidswet, met name artikel 24, eerste lid aanhef en sub b,
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.