Mevrouw A verzorgt de heer B, de broer van haar inmiddels overleden echtgenoot. Beiden wonen in dezelfde woning, maar hebben elk een eigen woonkamer, slaapkamer en badkamer. De ouderdomspensioenen worden gestort op een gezamenlijke bankrekening, waarvan alle lasten worden voldaan. De Sociale Verzekeringsbank komt tot de conclusie dat er sprake is van een duurzame gezamenlijke huishouding. De rechtbank oordeelde dat van een duurzame gezamenlijke huishouding van mevrouw A en de heer B geen sprake is omdat niet gesproken kan worden van een relatie die met het huwelijk gelijk te stellen is. De Centrale Raad van Beroep concludeert dat aan de
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.