Een werknemer neemt ontslag, omdat hij van zijn nieuwe manager moet werken op zondag, terwijl hij uit geloofsovertuiging hiertegen bezwaar heeft. Als hij vervolgens een werkloosheidsuitkering aanvraagt, wordt deze hem geweigerd, omdat hij verwijtbaar werkloos zou zijn geworden. Als het uiteindelijk tot een procedure bij de Centrale Raad van Beroep komt, vindt ook de Raad dat hij verwijtbaar werkloos is geworden. Dit omdat niet is gebleken dat hij enige poging heeft ondernomen om zijn werkloosheid te voorkomen.
Verwijtbaar werkloos nadat werknemer in verband met geloofsovertuiging zelf ontslag neemt
Feiten
Een werknemer, sinds 2001 in dienst als servicemedewerker bij een
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.