Werkneemster stelt een loonvordering in nadat werkgever haar op staande voet heeft ontslagen. De Kantonrechter verklaart het ontslag nietig, maar matigt het loon tot drie maandsalarissen, omdat werkneemster reeds elders werkt. Beide partijen stellen hoger beroep in. De Rechtbank te Groningen oordeelt op 26 maart 1999 dat het ontslag nietig is. De Rechtbank verwerpt het beroep op loonmatiging. Voor loonmatiging is alleen plaats als het niet matigen tot een onaanvaardbaar resultaat leidt. In dit geval is het resultaat niet onaanvaardbaar omdat werkneemster slechts drie weken een dubbel salaris ontvangt en zij zich steeds beschikbaar heeft gehouden.
Geen matiging van loon
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.