Twee partijen sluiten vanaf 1 januari 1995 een vijftal elkaar opvolgende opdrachtovereenkomsten, waarin staat dat deze geen arbeidsovereenkomsten zijn. Maar als de werkgever op 28 februari 2000 de samenwerking met onmiddellijke ingang opzegt, vindt de werknemer toch dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De werkgever verzoekt voorwaardelijke ontbinding van de in de ogen van de werknemer bestaande arbeidsovereenkomst. En hij vordert terugbetaling van betaalde BTW en betaling van mogelijke naheffingen. De werknemer vordert doorbetaling van zijn loon. De Kantonrechter te Hilversum oordeelt op 7 maart 2001 dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst.
Opdrachtovereenkomst of arbeidsovereenkomst
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.